
Wet op het specifiek cultuurbeleid
Artikel 1
1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a
Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
b
cultuuruitingen: de cultuuruitingen op de terreinen van de cultuur waarover het beleid van Onze Minister zich uitstrekt;
c
fonds: een privaatrechtelijke rechtspersoon die is opgericht op grond van de machtiging van artikel 9;
d
openbare bibliotheek: een voor ieder bestemde en toegankelijke bibliotheek die in overwegende mate door het Rijk, een provincie of een gemeente wordt bekostigd dan wel in stand wordt gehouden;
e
provinciale bibliotheekcentrale: een voorziening van bibliotheekwerk, bekostigd of in stand gehouden door een of meer provincies en werkzaam ten behoeve van openbare bibliotheken in die provincie of provincies;
f
de Raad: de Raad voor cultuur, bedoeld in artikel 2a.
2
De artikelen 4 tot en met 8 zijn niet van toepassing op het verstrekken van subsidies ten behoeve van cultuuruitingen voorzover daarvoor bij of krachtens een andere wet regels zijn gesteld.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.